Dit keer tijd voor een bekend gezicht binnen de Sporting-familie: Wim Peters. Als trainer én jeugdcoördinator is hij al jaren een vaste waarde in de club. Dit seizoen leidt hij onze M14, en dat doet hij met evenveel enthousiasme als ervaring. Maar wist je dat hij zelf al een heel handbalparcours aflegde, bij meerdere ploegen? Tijd om Wim beter te leren kennen!
Stel jezelf kort even voor.
“Ik ben Wim Peters, 42 jaar, vader van drie handballende kinderen, geboren en getogen in Neerpelt. Ik ben ondertussen al heel wat jaren actief binnen Sporting, zowel als trainer als als jeugdcoördinator.”
Hoe is het seizoen gestart?
“Eigenlijk heel goed! De M14 is een superleuke ploeg. Ik kende de groep al, want vorig jaar was ik coach van de M12. Er is veel inzet en enthousiasme, en de speelsters komen graag trainen. De opkomst is top. We trainen drie keer per week, wat best intensief is voor 12- à 13-jarigen. Toch blijft het een hobby – zowel voor hen als voor mij – en dus moet het altijd leuk blijven.”
Wanneer ben je zelf begonnen met handballen? En met coachen?
“Ik begon op mijn 11 jaar, na een schooltornooi (toen SVS, nu MOEV). We wonnen dat onverwacht met onze klas en mochten eens meetrainen. Een week later was ik handballer – en ik ben nooit meer gestopt. Daarvoor deed ik atletiek en tennis.
Coach werd ik rond mijn 20ste, toen ik in Leuven studeerde. Naar Neerpelt geraken was moeilijk, dus begon ik daar de universitaire ploeg te trainen. Samen met steun vanuit de VHV en Atomix richtten we zelfs een jeugdploeg in het Leuvense op. In die periode startte ik ook met trainerscursussen. Dat leidde na enkele jaren en vele ritten naar de Bloso-centra van Gent en Herentals tot mijn A-diploma. Gelukkig zat ik vaak samen in de auto met Bjorn Timmermans, Tijl Habraken en Frank Torfs – dat maakte die ritten een stuk plezanter.”
Heb je altijd bij Sporting gespeeld?
“Nee, ik ben best vaak van club veranderd. Ik stond ooit op het randje van Heren 1, maar brak net niet door – ik was niet groot of sterk genoeg voor dat niveau, en toen bestond een ploeg uit slechts 12 spelers. Rond mijn 21ste trok ik naar HC Overpelt, een heel toffe ploeg met veel ex-Sporting-spelers. Later kwam ik een jaartje terug naar Neerpelt, in de Superliga onder Fred D’Hollander. Nadien speelde ik bij GBSK (Groot-Bijgaarden). Dat was het leukste seizoen van mijn carrière: klein clubje, veel sfeer, een toffe kern. Uiteindelijk riep de liefde me terug naar Noord-Limburg, waar ik opnieuw bij HC Overpelt belandde, en mijn carrière afsloot bij Heren 3 in Neerpelt.
Clubbesturen horen het niet graag, maar ik zie het als een enorme meerwaarde – zowel voor een speler als voor een coach – om af en toe eens van omgeving te wisselen. Je leert telkens iets nieuws. Het belangrijkste is: nooit met ruzie vertrekken, zodat je altijd gewoon kan terugkomen.”
Welke leeftijden heb je allemaal getraind?
“Bijna alle leeftijden ondertussen. Een tiental jaar geleden richtte ik de Kidsclub op, waar ik ook enkele jaren trainer was. Verder deed ik JM8, JM10 en M12. In mijn laatste actieve jaren als speler was ik speler-trainer bij Heren 3, en ik ben ook enkele jaren trainer geweest van de damesploeg.”
Hoe was je als speler?
“Ik was een echte spelverdeler. Fysiek zeker geen hoogvlieger: te traag voor de top en altijd in strijd met de extra kilo’s van het Leuvense studentenleven. Maar technisch en tactisch wel sterk. Mijn sterktes waren vooral het samenspel met de pivot en mijn onderhands shot.”
Wat wil je je speelsters meegeven naast het handbal?
“Vooral groepssfeer en respect – zowel binnen de ploeg als naar de tegenstander toe. Ik wil hen leren omgaan met winst en verlies: je altijd 100% inzetten, maar ook kunnen accepteren dat de tegenstander soms beter is.”
Is er een groot verschil tussen M12 en M14?
“Toch wel. Bij de M12 speel je nog 5+keeper, bij de M14 wordt dat 6+keeper. Er komt meer tactiek bij kijken en ze spelen met een grotere bal. Voor sommige meisjes is dat echt wennen.”
Wat zijn je ambities dit seizoen en in de toekomst?
“Vooral individueel bijscholen. Op deze leeftijd is dat het belangrijkste: de speelsters worden slimmer, ontdekken hun sterktes en hun favoriete posities. Je merkt ook dat sommigen heel ambitieus zijn en alles voor handbal willen doen, terwijl anderen het meer als hobby zien. Allebei is perfect, maar het is mijn uitdaging om iedereen op zijn eigen niveau te prikkelen.”
Wat zijn de mooiste herinneringen na al die jaren in de handbalwereld?
“Als je erop terugkijkt, blijven vooral de extra-sportieve dingen hangen: de buitenlandse tornooien met de jeugd van Sporting (Dronninglund, Partille, Banyoles), de stages met HC Overpelt in Blankenberge, de feestjes met de ploeg… Meer nog dan de sportieve prestaties zijn dat de ervaringen die je het meest bijblijven en die je ook als mens gevormd hebben.”
Van welke trainer heb je het meest geleerd?
“Dat is moeilijk te zeggen. Mijn eerste trainer was Herwig Janssen, later kreeg ik ook training van Bjorn Timmermans. Op mijn 17de mocht ik bij Heren 1 meetrainen onder Jos Schouterden, en toen wist ik: ik wil later ook trainer worden.
Als ik één naam moet noemen die mijn spel het meest beïnvloedde, dan kies ik voor Darek Wolak. Hij had maar een korte passage bij HC Overpelt, onder moeilijke omstandigheden (kleine kern, financiële problemen), maar elke training zat boordevol kwaliteit. Jammer dat ik hem maar één jaar heb gehad, en dan nog in de nadagen van mijn carrière. Ik hoorde onlangs dat hij opnieuw aan de slag is in Overpelt – heel leuk om te weten dat hij terug is in de handbalwereld.”





_001.jpg)
.png)


